Het is waar.
We zijn een atypisch gezin.
Nou ja, misschien klop ik het wat op.
Want van een regenboog, fusie, NSG of lesbo gezin,
daar is nou ook weer geen sprake van.
Eigenlijk zijn we in de basis toch best wel een vrij normale familie.
Gewoon een klassiek vader-moeder nest.
Met slechts één apart feitje.
Want daar waar elke dag ouders in Nederland op vliegvelden hun kind staan uit te zwaaien en zich wanhopig afvragen wat dat kroost zo nodig in den vreemde moet.
Is dát bij ons atypische gezin dus anders.
Man en ik waren namelijk diegene die twee jaar geleden het ruime sop kozen.
Onmiddellijk daarna gevolgd door Oudste.
Ergo, de enige constante factor in Moederland is dientengevolge Jongste.
En zodoende maken Man en ik geen deel uit van de driekwart Nederlandse ouder die minder dat 20 kilometer verwijderd is van het kroost.
Of tot de ouder die hun jongvolwassen kinderen minstens eenmaal per week zien. (>50%).
Want dat blijkt nu de trend.
Eindeloos ouderschap.
Kenne-we-nie & wille-we-geloof-ik-ook-nie.
Hoe dat is ?
Nou, meestal lekker makkelijk.
Maar ja, nou ja, soms, heel even niet dan mis ik het.
Dat hele leuke zelfgemaakte gezin.
Zelfs zodanig dat ik dochters push om een boemerang kind te worden op hun dertigste.
Maar het zit er niet in, want.
Ze zijn af.
Ze wonen op zichzelf.
Ze verdienen de kost.
Allerminst mislukte kinderen.
Godlof.
En daar was opvoeden ook voor bedoeld toch?
Dat ik blij zou zijn als ze hun sores niet meer bij mij neerlegden
De geografische afstand zorgde voor nog meer onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
Nee, Mam echt nu ff geen zorgen, dat hoeft echt niet meer.
Hebben we ze ook geleerd hé,
ons tegen te spreken.
Dus daar slaan die dochters mij nu regelmatig links en rechts mee om de oren.
Ja- ja.
Kinderen.
Je krijgt er zoveel voor terug.
Na deze zomer vertrekt Oudste opnieuw.
Van Suriname naar Saba.
Maar gelukkig,
wel even via Almelo.
Comentários