Wonen in een ander land betekent of je nu wilt of niet:
vergelijken en vooral generaliseren.
Neem het fenomeen vergaderen.
De eerste keer bij Croix-Rouge keek ik met verbazing.
Niks voorzitter met hamer.
Toch een goed(Nederlands) gebruik.
Nee, een lekker ongeordende door elkaar kakelende menigte trof ik aan.
Lastig om te volgen.
Er is trouwens wel iemand voorzitter, maar die wordt of onderbroken of genegeerd.
En dan het fenomeen Stoplicht in Frankrijk.
Zijn er überhaupt weinig van, maar als je ze ziet betekent het wegwerkzaamheden.
Groen via Oranje Rood Groen, leerde ik.
Dus ik stoppen hé voor dat oranje knipperlicht toen de weg eenzijdig werd opgebroken .
Ik vond de reactie van de automobilist achter mij al wel wat oververhit,
maar goed ik dacht;
ik heb mooi even tijd om mijn lippen te stiften.
Echter, nadat dat stroom tegenliggers was ingehouden stond dat licht verdorie weer op oranje
En ik maar wachten op groen.
Maar groen kwam dus nooit.
Dat begreep ik pas toen de medeweggebruikers die dezelfde kant op wilden zich begonnen te roeren,
alleen nu een paar tandjes erger.
Kwaad toeterend en wild gebarend.
Kortom, vergissen blijkt een goede manier om taal en cultuur machtig te worden.
En dus weet ik inmiddels dat lang haar : elle a des gros cheveux is.*
Of shoppen: faire du lèche-vitrines*
En oh ja, wanneer de conversatie over iemand gaat die volgens de voorzitter van de vergadering gek is.
Dan tikt de voorzitter dus op de zijkant van zijn hoofd.
Een slim persoon daarentegen die wordt fysiek juist aangeduid door het aantippen van 't voorhoofd.
En loopt er in Nederland geen hond zonder baasje over straat.
Hier dus wel.
En dan hoef je geen dierenambulance te bellen.
In drie jaar heb ik veel bijgeleerd.
En af.
Zo haal ik het niet meer in mijn hoofd om op de eerste zonnige dag in zomerjurk met blote benen mij in het openbaar te vertonen.
Want hoe verder naar 't zuiden, hoe langer men wacht met het dragen van luchtige kleding.
En eten ? doen Man en ik allang niet meer om 18.00 uur.
Maar er is toch een uitzondering.
Want vanaf mei ligt deze Cevenolse import iedere morgen in haar zwembad.
Of ik dood moest, vroeg mijn overbuurvrouw.
Meewarrig keek ze mij aan.
Want de zon schijnt dan wel, maar echt Clara,
een zwembad is pas echt bezwembaar boven de 22 graden.
Daaronder is het afzien.
Tuurlijk heeft ze gelijk.
Koud water beneemt je de adem.
Vooral niet zeggen, dacht ik.
Niet zeggen dat ik mij daar vrolijk fris en gezond door voel.
Niet doen.
Ze zou op dr zijkant van haar hoofd tikken.
*groot haar.
* etalages likken zeg maar of te wel verlekkerd kijken
Comments