Ik had mijzelf de vraag al een aantal keren gesteld.
Want de leegstand van de winkels in het dichtstbijzijnde dorp,
is stuitend.
Dus tja, hoe doe je dat dan?
Boodschappen doen, als je geen auto (meer) hebt.
Heb je nog geluk als inwoner van Molières-sur-Ceze.
Hier is tenminste nog een bakker,
en een zieltogend café.
Want toeristen gaan nu eenmaal liever uit in hippere etablissementen.
Begrijpelijk,
want hier is werkelijk niets te doen, noch te bekijken of het moet het Chateau de Montalet zijn.
Nou ja, kasteel meer een ruïne.
Want nooit wordt er hier iets afgebroken.
Van een verlaten huis zakt eerst
het dak en dan de zijkant in.
Maar de vrouw van de bakker heeft inmiddels een Senseo-apparaat in haar winkel gezet,
en ook is haar familiale bakkerij in de ban van de pizza’s.
Trouwens, er is ook een postkantoor, een gemeentehuis met één ambtenaar en een balie dame en drie mannen.
Voor het onderhouden van de bermen en verkeersborden.
Maar verder, verder lijkt het echte leven uit dit dorp te zijn verdwenen.
Want de voormalige slager, de kruidenier en de groenteboer,
allen zijn ze inmiddels geïntegreerd in de vestigingen van supermarkten.
En daarvoor moet de mensheid de auto danken.
Want die heeft de actie radius van het modaal gezin drastisch uitgebreid,
waardoor deze ruimtelijk reorganisatie mogelijk is gemaakt.
Lidl, Carrefour en Intermarché zij zijn het die de lokale handelaren de das hebben om gedaan.
Zes op de tien Franse plattelandsgemeente heeft inmiddels geen winkel meer.
Mijzelf kost het 15 minuten om mijn boodschappen te doen.
Maar tja, ik heb dan ook een rode Toyota Yaris,
En vanaf volgende week een zwarte.
Man rijdt, as you read, naar Nederland om de oude versie voor een jongere in te ruilen,
omdat een goede auto nou eenmaal een cruciale rol in de organisatie van mijn leven speelt.
Maar de prangende vraag was en is:
Hoe doen andere mensen dat zonder zo’n Toyota ?
Het antwoord is de sociale factor.
Die blijft belangrijk.
Want het verlies van de winkel kan wel dramatisch zijn,
het betekent niet per definitie dat het sociale weefsel ook verschrompelt.
En dus chauffeur ik sinds kort ook op de maandagochtend naar Saint-Ambroix
Een euro vijftig kost dat zo’n retour.
Langs alle grote winkels rijd ik en langs de Crédit Agricole.
Ach, dit Frankrijk.
De periferie begint waar het bruisende leven ophoudt.
Ergens hopen de mensen nog dat het toch weer goed zal komen,
en dat de winkels en cafés op een dag weer open zullen zijn.
‘Ça va revenir’ zegt de bakkersvrouw met haar Senseo in haar winkel loze dorp.
Maar of dat echter zal gebeuren is hoogst onzeker.