Eten jullie dan ook altijd samen ?
Van alle vragen die ik kreeg du moment dat ik vertelde dat ik in Frankrijk in een huis ging wonen mét anderen,
hoorde ik dit het vaakst.
Want- onder- één- dak- met- meerdere- mensen ?
'T roept bij velen het beeld op van een commune, gestoeld op vervlogen idealen, waar collectief voorop stond.
De jaren zestig, toen mensen blootvoets in zelfgebreide vesten rondliepen in een permanente wolk van marihuana.
Nou, om dat imago maar even direct bij te stellen.......
Quatre Bras is geen hippie commune.
Maar een groot oud huis waarin een groep van mensen allemaal een eigen privé woning hebben.
En daarboven worden gemeenschappelijke faciliteiten gedeeld.
In ons geval: zwembad, wegen, tuin vol planten en bomen én onderhoud.
Dus om de vraag dan maar meteen te beantwoorden:
we eten vaker alleen dan samen,
Maar geen verhaal zo juicy en gezellig zonder een glaasje wit of rood in de hand.
Dus dát wordt zeer regelmatig gedeeld
Zeker toen uit onderzoek onder 150.000 Fransen bleek dat alcohol niet alleen liefdes drama’s complementeert, maar ook problemen met project ontwikkelaars.
En toch,
ik geef het direct toe:
ik wel had zo mijn reserves bij dit hele Samenhuisplan.
Zou 't mij wel passen ?
Want na studentenhuis, flat met blokverwarming, buur met rockband,
dacht ik dat 'huis zonder buren' het meest nastrevenswaardige was.
Echter, de grootste wijsheid is wijs zijn op het juiste moment.
En dat was ik.
Bij de eerste ontmoeting.
Met de mensen die een plek in mijn nieuwe leven zouden gaan innemen.
Ik herinner mij de kennismaking waarin we elkaar vertelde over werk, vrienden, levensstijlen.
Het stelde mij gerust.
Allen hadden we het Zwitserleven gevoel,
En niks geen ideologische inslag qua wonen of leven.
Of sociale verplichtingen.
Die lieten we lekker achter in Nederland.
Quatre Bras zou voor de één permanent en voor de ander het vakantiehuis zijn.
Met een gezamenlijke rekening in het kader van delen is het nieuwe hebben.
Maar het tis waar.
Deze manier vergt een sociale instelling vanuit de intentie van samenleven,
en vooral van laten leven.
Want waar de een het aangenaam vindt een uurtje in de tuin te werken als de zon schijnt,
maakt ongehaast rommelen de ander gelukkig.
En bestond ons winterse leven uit werken, lezen, wandelen en houthakken en bijna niemand zien.
In de zomer zijn er medebewoners en vallen er met hen nog meer onverwachte mensen binnen.
En wat blijkt?
Eentonigheid is niet goed voor mijn hersens en humeur.
Het is deze manier van wonen die automatisch een verandering af dwingt.
Het leven wordt weer doorgenomen, bankjes neergezet, lampjes opgehangen, flessen wijn leeg gedronken, nieuwe plannen gemaakt.
Dus ik begin te geloven dat deze manier van wonen bij mij past.
Dat klankbord binnen de inmiddels vertrouwde muren van dat grote oude huis.
En als ik even geen zin heb ik reuring of gezelligheid ?
Doe ik de deur gewoon dicht ,
of loop naar buiten,
die eindeloze Cevennen in.