Er was een tijd dat je hier op het Franse platteland gewoon naar een atelier kon gaan voor een mooie jas. Stel je eens ff voor:
een donkerblauwe wollen jas met een uitlopende trapeziumvorm,
sierlijke houten knopen en zelfs een handtekening in de binnenvoering.
Serieus,
zo’n jas heb ik gevonden in mijn tweedehandswinkel,
achtergelaten door een dame die haar stoffige garderobe een laatste kans op glorie gaf.
Die jas was een relikwie uit de gouden jaren zestig,
toen de mijnen nog produceerden, ateliers bloeiden en winkels net zo alledaags waren als bakkers.
Moeilijk voor te stellen nu.
Want vandaag de dag moeten we het doen met marktkramen en het Rode Kruis.
Echte winkels?
Zeldzaam.
Ik sponsor er nog eentje, maar laten we eerlijk zijn:
sinds drie jaar ben ik vooral fan van Vinted.
Mijn redder in nood, zo je wilt.
Vinted begon ooit in 2008, in Litouwen nota bene.
Had iemand kunnen voorspellen dat het zo’n hit zou worden?
Nee.
Vinted is bijzonder populair in Frankrijk, meer dan in andere Europese landen.
Met zo’n 23 miljoen gebruikers is het een van de grootste markten van het platform.
En ja, ik ben er één van.
Eco-held(in)?
Misschien, maar die typering is toch niet zo mijn stijl.
De Volkskrant noemde deze week de term “boeketweigeraar” – mensen die zelfs bij een bos bloemen duurzame keuzes maken.
Kan.
Mag.
Maar ik geloof niet dat ik zover zal gaan met mijn keuzes.
Want ik scroll namelijk.
Ik klik en koop.
Alles is er te vinden op die Vinted-site, behalve ondergoed en sokken (daar trek ik de grens).
Oh, zo handig op dit Franse platteland.
Recent vond ik nog een paar nieuwe hippe UGGs, die ik eerder in Parijs zag – voor de helft van de prijs! Of “King Louie – maat 40 – nooit gedragen – 35 euro.”
Vinted-kleding is spotgoedkoop en vaak nog in nieuwstaat,
soms zelfs met het prijskaartje er nog aan.
Misgrijpen hoort er ook bij, uiteraard, maar dat neem ik voor lief.
En trouwens, in januari ga ik naar Oudste op Saba, waar de kledingopties ook beperkt zijn.
Mag zij mijn Vinted-schatten bekijken,
en wat overblijft?
brengen we daar naar het piepkleine Rode Kruis-winkeltje.