Het eerste wat ik doe,
is de radiatoren uitdraaien,
en de balkon deuren open.
Weg met die hitte in de hotelkamer.
Hotelkamer ?
Inderdaad.
Je suis de retour à la civilisation,
Barcelona.
Vijf uur rijden vanaf ons gehucht.
Het uitgekozen moment is er weliswaar eentje waarop er meer inwoners dan toeristen rondlopen,
toch moet ik erg wennen.
Hippe plantenwinkels, veganistisch eetcafés, ideale city wear clothes (layeren lijkt het woord).
En dus verdwaal ik.
Links, rechts vind ik normaal al ingewikkeld,
laat staan een hele serie linkens, rechtsen in een nieuwe stad.
“Maar daar zijn dus apps voor hé Mam” verzuchtte dochters diverse malen.
Klopt.
Maar hebben al veel van hun app-adviezen mijn leven een stuk gemakkelijker gemaakt.
Niet-deze.
Want niks, snap ik van die richting van het blauwe balletje.
Steevast zorgt de stip die pulseert ervoor dat ik de verkeerde kant op loop.
Altijd gaat het mis.
Want als het navigatie systeem zegt 'ga in noordoostelijke richting',
dan breekt het zweet mij uit.
Waar ben ik?
vraag ik aan de Man terwijl ik warempel vóór de-standaard-to-go to-Casa Batlló sta.
Maar ja, op het scherm ziet dit fantasierijke huis eruit als een blauwe bol,
Na Gaudi’s huis -schermpje in de hand- Sagrada Família.
Opnieuw rolt het bolletje over de blauwe, uitgestippelde route.
Geografisch gehandicapt doorkruis ik Barcelona van links naar rechts en van boven naar beneden.
Ja,het is ernstig
En het is aan de Man te danken dat ik overal kom (en nog samen zijn).
Tuurlijk, ik begrijp het dochters,
ik hoef alleen maar te weten ‘dat bolletje ben ik’.
Dat zou handig zijn en snel.
Maar de realiteit is dat ik geen weg herken.
Dat ik overal in de cirkel ben ik en dus nergens.
Alsof mijn hersenen vergeten een “mental map” maken.
Nee, mijn besluit staat vast.
Over een paar weken ga ik naar Parijs.
Met (digitale)jongste, maar ook met een echte papieren kaart.