top of page

Medicin de Campagne

clarablaauw

Een arts op het platteland.

Zo simpel klinkt het, maar het is allesbehalve gewoon.

Man, 66 jaar, past precies in dat beeld

Hij heeft nog geen recht op AOW.

Nou ja, in Nederland dan.

Want hier in Frankrijk stopt het echte werken al jaren eerder.

Om die reden vragen patiënten bijna wekelijks:

“Blijft u in 2025 nog wel werken?”

Ja. Doet-ie. Vier dagen per week. Soms drie.

Geen diensten.

En nooit weekenden.

Bijscholingen?

Nauwelijks.

De laatste keer was een jaar geleden.

Op zijn leeftijd is bijscholing een hobby, geen must.

Zijn ochtendritueel blijft een rots in de branding.

Kop thee.

Knäckebröd met bruine suiker.

Zijn variant van “leven als God in Frankrijk.”

Die suiker sleept-ie trouwens uit Nederland mee.

Omdat Franse supermarkten wél foie gras hebben, maar geen bruine suiker.

Prioriteiten, zullen we maar zeggen.

Om acht uur zit de eerste patiënt klaar.

Een kwartier per consult, officieel dan.

In de praktijk duurt het gesprek langer dan de kwaal.

Meestal gaat het trouwens om herhaalrecepten.

Van die dingen waar je in Nederland een app voor hebt.

Hier niet.

Hier zie je de dokter.

Zo leert de dokter zijn patiënten wel kennen, ook anders.

Meer dan 70% van zijn patiënten is boven de zestig.

Gezonde ouderen, op hun pensioen hier neergestreken.

Voor rust, ruimte en goedkope huizen.

Al zijn die huizen vaker bouwval dan droomvilla.

Niks drempelloze douche met vloerverwarming of dubbel glas.

Hier trek je een warme trui aan en hoop je maar dat het dak niet lekt.

Isolatie is hier meer een wens dan een feit.

En omdat klusjesmannen er amper zijn, word je dus vanzelf handig.

Niet omdat je dat wilt, maar omdat je geen andere keus hebt.

Hier geen actieve senioren met elektrische fietsen en een waterdicht ademend regenpak.

Meer noodgedwongen klussers, in kaplaarzen en met een verroeste boormachine.

Iedere dag doet Man visites.

Tuurlijk ziet-ie heus weleens hele mooie huizen.

Maar vaker niet.

De gemiddelde keuken?

Een gasstel, een geiser en een kastje dat al wiebelt als je ernaar kijkt.

Is het armoede?

Cultuur?

Traditie?

Niemand weet het zeker.

Wat zeker is, is dat sommige dingen hier onwrikbaar zijn.

Zoals Man zijn accent.

Vorige week kwam er een patiënt binnen die na twee zinnen zei: “U bent Nederlander, hè?”

Man toch wat geschokt: want hoe wist-ie dat nou zo snel?

Bleek de man jaren in Nederland gewoond te hebben.

Man dacht dat zijn Frans wel soepeltjes klonk,

maar zijn accent bleek net zo stevig als zijn knäckebröd: onverwoestbaar.


NB 1.: dit is de laatste blog van 2024. 23 januari verschijnt de eerste van 2025 weer.

NB 2. Dame op de foto met Man is lerares Frans.


Recente blogposts

Alles weergeven

Koud,

Ik

bottom of page