Alles is erfelijk.
Maar niet alles is even erfelijk.
Bleek.
Want mijn moeder, die als achtjarig achter de wasbak in de kapperszaak van haar ouders stond,
nam nooit in haar leven de schaar in eigen hand.
Ik daarentegen,
dacht al vrij jong,
waarom zou ik dit niet zelf kunnen?
En dus werd de kapper de eerste kostenpost die ik probleemloos van mijn zakgeld schrapte.
De basisregels bleken simpel.
Regel één:
eerst tien keer kijken, dan pas knippen.
In de badkamerspiegel wel te verstaan want van blogpost of filmpjes had nooit iemand gehoord.
En dan regel twee !
Nog belangrijker.
Knip bij jezelf nooit geen nieuwe coupe !
Deed dus mijn buurmeisje.
Die had namelijk ook talent én
lef.
En zo knipte, verfde, permanente ik er jaren vrolijk op los.
Nimmer bang voor een mislukking.
Dát veranderde pas toen ik een jaar of veertig was.
Mijn levensfase van ijdel, ondernemend,
geen tijd,
maar wel geld.
Inderdaad,
precies op dat moment begonnen kappers in Nederland met adviesgesprekken.
Schoonhaar was genot en beleving.
Permanent gemak
En de enige echte beste producten hadden alleen zij en niemand anders en daarmee basta.
En zo nam ook ik jaren plaats op één van de luxe fauteuils en transformeerde betaald.
Uiteraard bij de beste ambachtsvrouw van Almelo.
Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan.
En ondanks dat het kappersvak hot is in Frankrijk.
Ver, knip en was ik inmiddels zelf weer dat het een lieve lust is.
Tot dat de froufrou opeens volop in Frankrijk bengelt.
En ik klaar stond met mijn schaartje
Dit excentrieke kantje van deze ultra korte pony zou ik zelf wel even rocken.
Dacht ik.
Maar gelukkig,
mijn lange termijn geheugen werkte nog.
Regel twee seinde mijn brein, regel twee!!!
En dus werd afgelopen maandag mijn froufroutje tot twee cm boven de wenkbrauw geknipt.
door mijn collega.
Midden in de kringloop.
Eindelijk een pittig kort kapsel.
Maar wel op zijn Frans.