"Warm", 'heet" of "niet te doen".
Wie mij kent, weet dat ik doorgaans een positivo ben.
Dus mij hoor je niet klagen.
Want het kwik stijgt.
De zomer is hier echt begonnen.
Bij het opstaan is de lucht bla(a)uw.
De zon warm.
Hagedissen komen tevoorschijn uit muren, evenals muggen, katten zoeken de schaduw.
De dagen die voor ons liggen zijn op de weerkaart allemaal van een zonnetje voorzien.
Hittegolf zouden we in Nederland zeggen.
Code Rood.
Maar Frankrijk is wel wat gewend.
Die term,
die wordt hier pas ingezet vanaf zo'n veertig graden.
En het is de hele week nog maar gemiddeld dertig en vijf en dertig in de schaduw.
Na een halve dag ben ik er aan gewend.
Zo mag het blijven.
Vroeg eruit.
En voordat de hitte het kwik naar grote hoge stuwt duik ik het zwembad in.
Koffie koelt nauwelijks af.
Ongelimiteerd zit ik de hele dag aan waterijsjes.
Niet aan Rosé.
Schijnt averechts te werken.
Buiten slapen.
Kan.
In de hangmat op het dakterras.
Met het mooiste plafond ever en het verre roepen van een uil.
Een gespreksonderwerp is het hier overigens niet,
nou ja, misschien even, maar niet op een klagende toon.
"Passer les temps" zegt mijn buurvrouw,
de invloedrijkste vrouw van het gehucht Les Brousses.
Die het als een serieuze verantwoordelijkheid voelt mij te informeren over "Het Leven" hier.
Haar bron van kennis bestaat uit een lange ervaring van dat dagelijkse leven.
Vergroeid met de Cevennen.
Laat het over je heen komen.
De dagen.
De tijd.
Alles komt vanzelf goed.
Doe wat je moet doen vroeg in de ochtend.
En vooral siësta tussen de middag.
Eten pas als de zon achter de heuvel van het dal verdwijnt.
Ik blijk ontvankelijk voor haar advies.
Want terwijl de thermometer naar ongekende hoogtes stijgt,
maakt mij energie verbruik vanzelf de omgekeerde beweging.
Soit.
Het gras hoeft toch niet meer gemaaid te worden.
Want het bruine stoppeltapijt in de tuin is inmiddels geen gras meer te noemen.
Ik pas mijn leven aan.
Het is de natuur die nu mijn dagelijkse ritme bepaalt.